De eerste stotters

Voor: ouders van peuters en kleuters die net zijn gaan stotteren
Geschreven door: Femke de Smit van Stotterteam Tilburg
Leestijd: ca 5 minuten

Als je peuter of kleuter net is gaan stotteren is één van de eerste dingen die we jou als bezorgde mama of papa willen laten weten: ‘Jij bent niet de oorzaak van het stotteren’. Eventuele schuldgevoelens mag je loslaten. Dan ontstaat al snel ruimte om te kijken hoe je kan helpen. Je kan er niks aan doen dat je kind is gaan stotteren, maar je kan wél het verschil maken voor je kind nu het eenmaal stottert. Hoe? Dat lees je hieronder.

‘Maar eerst sprak hij heel goed’

Vaak is het stotteren er ineens. Van het ene op het andere moment spreekt je kleintje anders. Hij of zij zegt letters meerdere keren achter elkaar, houdt klanken lang aan of zit even helemaal vast in het praten. Soms zie je direct de verwarring die dat teweeg brengt. Dan zie je het lijfje verstarren en extra kracht zetten. Of je hoort opmerkingen als ‘Mama mijn mond doet raar’ of een gefrustreerd ‘Het wil niet!’.  Soms reageert een kind er helemaal niet op en kletst ongehinderd door de stotters vrolijk verder.

Hoe je kind ook is gaan stotteren, het praten klinkt duidelijk anders. Hoe is dat mogelijk? Zo’n verschil! Het eerlijke antwoord? We weten het niet precies, maar we weten wel dat jouw kind nog steeds goed praat. Jouw kind praat niet anders dan eerder, alleen gebeurt er iets anders in het hele complexe proces van spreken. Stotteren overkomt je kind, dat doet hij niet, dus hij doet niks fout. Dat is onze eerste tip: inzien dat hij of zij niks verkeerd doet.

Wat moet ik zeker niet doen?

Zoals de meeste ouders zal je meteen willen helpen. Dus je gaat dingen uitproberen. ‘Praat maar rustig’, ‘Zeg het nog eens, je kan het wel’,  ‘Adem maar even goed in’, ‘Zeg het eens gewoon’ of  ‘Zeg mij maar na’. Waarschijnlijk volgen dan inderdaad een paar vloeiende zinnen, maar je zal al snel merken dat het stotteren hierdoor niet verdwijnt.

Daarom: doe dit dus maar niet… Hoe begrijpelijk en logisch ook, we weten dat dit soort adviezen aan je kindje niet werken. Sterker nog; ze kunnen de boodschap overbrengen dat hij beter zijn best moet doen, dat hij iets niet goed doet met zijn praten of ademen. En weet je nog: dat is niet zo… een stotter is verlies van controle over het praten, iets wat je overkomt.

Wat dan wel?

Ten eerste: realiseer je dat je nu al goed bezig bent! Je zit met begrip (hij doet het niet verkeerd) en acceptatie (ik verbeter hem niet) te luisteren naar het praten van je zoon of dochter. Maar hoe moet ik dan luisteren? Bedenk hoe je dat eerder deed: luister naar wat er gezegd wordt en ga daar op in. Hoe het gezegd wordt maakt niet uit. Laat je kind weten dat je aandacht hebt en geïnteresseerd bent, of het praten nu met stotters gaat of niet. En heb je geen tijd, omdat de pakketbezorger net aanbelt of je rijst droog kookt, laat dat weten: ‘Ik kan nu even niet met je praten, straks kan ik weer naar je luisteren’. Neem daarna ook echt even de tijd om erop terug te komen. Niks fijner voor een kind dat stottert om regelmatig even 1-op-1 met mama of papa op een rustig plekje te spelen of kletsen.

En als mijn hart breekt?

Regelmatig horen wij van ouders dat hun hart breekt als ze hun kind zo zien worstelen met het spreken. Volledig te begrijpen, want je gunt het je kind zo dat het zich gemakkelijk kan uiten. Nu heeft hij net in een paar jaar zo lekker leren spreken en nu gaat het ineens zo moeizaam!

Even een vergelijking tussendoor: in de afgelopen jaren heeft je kind ook leren lopen en rennen. Dat heeft hij nog niet altijd even soepel onder controle dus er gaat wel eens een knie open… Hoe reageer je dan? Zie je jezelf voor je in zo’n situatie? Zo mag je ook best op een heftig stottermoment reageren. Tenzij je dingen roept als ‘doe toch eens normaal’, maar daar ga ik even niet van uit. Zo’n zere knie negeren we niet. ‘He, jij viel hard zeg, kom kusje erop’ of ‘kan gebeuren’ zoiets, toch? Waarom zijn we dan toch vaak geneigd stotteren wel te negeren? Dat heeft te maken met een advies uit de jaren ‘60 van de vorige eeuw, toen nog werd gedacht dat stotteren vanzelf overging door er geen aandacht aan te besteden. Dat deze strategie niet werkt, kunnen veel volwassenen die stotteren beamen…

Lang verhaal kort: als je hart breekt is dat waarschijnlijk op een moment dat je kind erg worstelt met het spreken. Dat hoef je niet te negeren. Een empathische opmerking als ‘het praten ging even lastig he, ik zag het’ of  ‘jouw mond had het even heel moeilijk he, dat gebeurt soms, maakt niet uit hoor, ik luister naar je’ geven vaak veel opluchting. Je laat merken dat je erbij bent, dat hij niet alleen is in zijn worsteling.

‘Het gaat vanzelf over’ geldt niet voor iedereen

Niet bij alle kinderen die stotteren, verdwijnt het stotteren vanzelf weer. We kunnen niet precies voorspellen bij wie het stotteren overgaat. Wel weten we wat factoren zijn die de kans op blijvend stotteren groter maken. Zo blijven jongens vaker stotteren en is de kans groter dat het stotteren blijft wanneer er andere spraak- en/of taalproblemen zijn. Hoe het stotteren zich in het eerste jaar ontwikkelt blijkt ook een belangrijke voorspeller te zijn voor het blijven van stotteren. Daarom willen we al vroeg volgen hoe het stotteren zich ontwikkelt. Dat heet monitoren. We zien elkaar dan niet zo vaak en starten pas therapie als we denken dat het stotteren niet afneemt. Want hoewel we ons werk graag en met liefde doen: liever laten we de spontane ontwikkeling zijn werk doen. En indien nodig springen we bij.

Als we na een eerste gesprek en het stotteronderzoek meteen al grote risico’s zien op blijvend stotteren dan starten we meteen therapie. Of wanneer kinderen zelf erg veel last hebben van het stotteren. Voor jonge kinderen zijn er twee therapieën die we het meest gebruiken: RESTART-DCM en het Lidcombe Programma. Beide methodes leiden vaak tot een flinke afname van het stotteren of tot volledig vloeiend spreken. Er blijven echter ook dan nog kinderen over bij wie het stotteren niet helemaal overgaat. En dan blijkt dat ze er prima mee kunnen leren leven met soms wat hulp van een volwassene of andere kinderen. En met ondersteuning van een ouder zoals jij, een ouder die luistert, met begrip, acceptatie en empathie!

 

©Stotterteam Tilburg – delen van deze tekst mag, graag zelfs! Vermeld dan wel de link en/of onze naam erbij.

Woorden doen ertoe!

Woorden doen ertoe!

Woorden doen ertoe……dat is iets wat me de laatste tijd veel bezig houdt. Toevallig zei mijn treingenoot gisteren hetzelfde ‘woorden doen ertoe’. Waarop de andere treingenoot zei “ja, kijk maar naar de NS. Vroeger heetten deze treinen ‘stoptreinen’, dat hebben ze niet voor niets veranderd in ‘sprinters’, terwijl je nog steeds bij elk station stopt en we niet sneller gaan!” Wat dit met stotteren te maken heeft? Lees verder…

Stotterkamp Camp Dream.Speak.Live.

Stotterkamp Camp Dream.Speak.Live.

Veel kinderen die stotteren hebben het idee dat zij de enigen zijn die stotteren. Ze kennen niemand anders in hun omgeving die ook stottert en al helemaal geen leeftijdsgenootjes. Dat kan soms best lastig zijn, hoe begripvol en tolerant jullie als ouders ook zijn.

Sinterklaas en Stotteren

Sinterklaas en Stotteren

“Sinterklaas is een leuke en spannende tijd voor veel kinderen. Zo ook voor kinderen die stotteren. Emoties (positieve én negatieve) zorgen bij kinderen vaak dat ze meer gaan stotteren.”

Compliment en Zelfvertrouwen

Compliment en Zelfvertrouwen

‘Wat een mooie tekening heb jij gemaakt!’ ‘Wow, dat kan jij al goed!’ ‘Knap hoor!’ Hoe jonger kinderen zijn hoe enthousiaster vaak onze reacties op de creaties waar ze mee aan komen.

RESTART-DCM Therapie

RESTART-DCM Therapie

‘Is hij niet te jong voor therapie?’ is een vraag die we nog geregeld horen. Deze vraag komt vanuit de verouderde gedachte dat therapie bij stotteren betekent dat een kind anders moet leren praten of dat het vanzelf overgaat. Of dat een kind wel zelf gemotiveerd moet zijn. Deze gedachten kloppen niet.

Stotterende personages in de eindmusical?

Stotterende personages in de eindmusical?

Sommige kinderen liggen er in groep 6 al wakker van: de eindmusical. ‘Hoe moet dat nou toch met mijn stotteren?’, ‘Ik durf nooit op dat podium te gaan spreken’.

Stotteren… of toch broddelen?

Stotteren… of toch broddelen?

Broddelen… het is een nog vrij onbekende term in Nederland. Toch komt broddelen ongeveer net zo vaak voor als stotteren, of zelfs net iets vaker. Hoe komt het nu dat we er dan toch zo weinig over horen?

Stotteren en lezen

Stotteren en lezen

‘Op school gaat het eigenlijk heel goed, alleen voor het lezen zit hij in een extra oefengroepje’. ‘De DMT moet ik nog een keer doen, want daar scoor ik steeds onvoldoende op’. Gelukkig horen we dit soort opmerkingen steeds minder.

Koudwatervrees

Koudwatervrees

Hoe verschillend we als mens ook zijn, we hebben allemaal één ding gemeen. We leven in een binnenwereld én in een buitenwereld. In onze buitenwereld laten we zien hoe we eruit zien en hoe we ons gedragen.

De oorzaak van stotteren

De oorzaak van stotteren

Heb je even? De titel telt slechts vier woorden, maar de blog kan een leestijd van jaren hebben. Dat zal ik je besparen. Er zijn boeken vol geschreven over wat stotteren is en hoe het komt dat mensen gaan stotteren.