Sommige kinderen liggen er in groep 6 al wakker van: de eindmusical. ‘Hoe moet dat nou toch met mijn stotteren?’, ‘Ik durf nooit op dat podium te gaan spreken’, ‘Doe mij maar een rol waarin ik niks hoef te zeggen’. Iedereen zal het kind dat stottert met alle liefde willen helpen, want zo veel spanning zo lang van te voren is natuurlijk niet wat de bedoeling is van het feestelijke afscheidsmoment van de basisschool. Maar wat is de juiste manier om te helpen?
Wat niet te doen
Ik neem je eerst mee in hoe het beter niet kan. Waarom? Omdat het heel normaal is als je als ouder of leerkracht op één van de volgende manieren probeert te helpen. De eerste neiging is namelijk vaak om te zoeken naar manieren waarop het stotteren niet meer te horen is. Met als meest extreme oplossing: de leerling alleen iets laten zingen, dansen of een instrument laten bespelen. Als er wel een rol met tekst wordt gekozen, dan wordt vaak geoefend om de tekst vloeiend uit te spreken.
Stotters wegpoetsen?
Soms schrappen leerkrachten woorden waarop het kind bij de repetitie stottert of vervangen die door andere woorden. Toch komt er dan vaak weer een nieuw moment van stotteren… Stotteren is namelijk kampioen in opduiken wanneer het weggedrukt wordt.
Soms geeft men met potlood in de tekst aan hoe de woorden vloeiend uitgesproken zouden kunnen worden. Woorden kunnen aanelkaargeplaktworden, kliiinkers ietwaat verleeengd, let-ter-gre-pen wor-den op-ge-hakt ooooof klanken geleidelijk ingezet. Waar de niet-stotterende-groep-8-leerling al flink wat repetitie-uurtjes nodig heeft om de inhoud en intonatie (boos, blij, enthousiast, kruip in de rol!) goed te leren, krijgt zijn stotterende klasgenoot er dus nog een opdracht bij! De keurig uit het hoofd geleerde tekst volgens de potloodstreepjes uitspreken. En al zou hij daar in slagen, het geeft geen garantie op een stottervrij optreden.
Dubbele boodschap
Nou wil ik niet zeggen dat dergelijke spreektechniekjes nooit nuttig kunnen zijn, maar de manier waarop we ze aanreiken aan een kind is cruciaal. Er is namelijk een groot risico aan het op deze manier willen helpen. Het stotteren mag niet. ‘Jawel, het is natuurlijk helemaal niet erg dat je stottert, maar voor de musical helpen we je wel even zodat het niet zo opvalt.’ Een dubbele boodschap… Kennelijk is het stotteren toch wel iets ergs als er publiek in de zaal zit. Hoe komen we uit deze tegenstrijdigheid? Ofwel wat is wél de juiste manier om te helpen?
Realistische rollen
Ga eens met elkaar in gesprek: Waarom moet de tekst op het podium eigenlijk vloeiend worden uitgesproken? Wat als dit personage gewoon stottert? In de maatschappij zien we mensen die stotteren in uiteenlopende beroepen, dus waarom niet op het podium? En dan bedoel ik niet in een stereotiepe rol met onzekerheid of zenuwen, nee gewoon in de rol van arts, leerkracht, politieagent, buurvrouw of noem maar op. Gewoon iemand die spreekt met een stotter.
Die stottert ook!
Even tussendoor: er zijn nogal wat bekende acteurs die stotter(d)en. Zoals Hugh Grant, Nicole Kidman, Rowan Atkinson, Samuel L. Jackson, Bruce Willis, niet de minste namen. Er is een leuk weetje over stotterende acteurs: veel van hen stotteren niet als ze in hun rol zitten. Laten we het echter bij een leuk weetje houden en niet de druk op de schouders van de jonge acteur uit groep 8 leggen met goedbedoelde geruststellingen: ‘He weet je, die stottert ook, maar niet op het toneel’. Niet doen dus, want je hoort de piekers al weer toenemen: ‘Jamaar, hoe krijg ík dat dan voor elkaar?’.
Wees oprecht in je hulp
Goed, terug naar de musicalrol. Afhankelijk van hoe de rollen verdeeld worden, kan je het kind dat stottert meenemen in de keuze voor een rol. Welke rol lijkt jou leuk om te doen? Willen we de tekst iets herschrijven? Het potloodje kan nu wel degelijk van pas komen: gebruik het bijvoorbeeld om ergens aan het begin een stotter in te voegen in de tekst, zodat voor het publiek meteen duidelijk is dat het personage stottert. Of om een zin toe te voegen waarin het personage even een toelichting geeft, als de leerling dat prettig vindt. Zoiets:
Vanzelfsprekend in overleg. Niet elk kind zal dit fijn vinden of meteen durven, dus ga in gesprek en dwing nergens toe. Alleen al het benoemen van deze optie geeft lucht: opluchting, want het hoeft van juf/ meester /papa /mama dus helemaal niet zonder stotters!
Oefenen en oefenen
En dan repeteren: net zoals de andere kinderen en – al dan niet met hulp van een logopedist – veel feedback krijgen op het gewoon durven en doen. Dus vermijd opmerkingen als: ‘hé dat ging best goed, je stotterde bijna niet’, want dat wakkert het angstvuurtje weer aan en zet de ik-ga-zorgen-dat-ik-niet-stotter-modus weer op scherp met als resultaat meer spanning en, inderdaad, vaak juist meer stotteren. De boodschap die je kunt geven is: we oefenen wat je moet zeggen en hoe je personage dat zou zeggen, dat is belangrijk, leef je in in je rol en speel, heb plezier.
Stottertherapie
Tijdens therapie laat ik soms de – al uit het hoofd geleerde – tekst op verschillende manieren voordragen om te durven experimenteren in rollen. Eén van die manieren is met opzettelijk extra veel stotters – iets wat het kind vanuit eerdere opdrachten al niet meer spannend vindt om te doen. Meer stotters dan het kind in het echt verwacht, maar hij ervaart: ook zo kan het! Wanneer en hoe vaak er een stotter komt maakt niet uit, dat zien we wel. De ene keer stotter je op dát woord, de andere keer op dát woord, net als bij het gewone spreken. Vaak valt dan al heel veel spanning weg. Als er dan nog stotters bij zitten die het kind veel moeite kosten en waar hij zelf graag wat mee wil, dan kunnen we technisch aan de slag, maar nu met een gedegen basis van acceptatie en vertrouwen.
Kortom:
Laat de verwachting van vloeiend spreken los en help het kind vertrouwen op zijn/haar tekst, toneelspel, houding, dans, mimiek, humor, oogcontact; het is allemaal al spannend genoeg zo’n afscheidsmusical.
©Stotterteam Tilburg – delen van deze tekst mag, graag zelfs! Vermeld dan wel de link en/of onze naam erbij.